“Als er volgende zondag verkiezingen worden georganiseerd, dan…” “…dat blijkt uit een peiling van La Libre Belgique.”
Bij deze woorden gaan de haren op mijn armen al een klein beetje rechtstaan. Vooral als het artikel eindigt met het venijnige zinnetje: “de foutenmarge bedraagt…”
Wat is immers het probleem? De peiling van La Libre Belgique is een flutpeiling. Voila. Ten eerste worden er appelen met peren vergeleken (federale verkiezingen t.o.v. regionale)1, en zijn er de laatste jaren maar weinig partijen die in een en dezelfde gedaante aan twee opeenvolgende verkiezingen hebben deelgenomen. (Door het vormen en terug uiteenvallen van kartels.)
Ten tweede vallen de “verschuivingen” in 99% van de gevallen2 binnen de foutenmarge.
De zoveelmaandelijkse peiling van La Libre Belgique wordt steeds uitgebreid herkauwd in de Standaard, en wordt ook door de VRT veelvuldig geciteerd. Helaas houdt dit citeren dikwijls in dat de foutenmarge niet mee vermeld wordt.
Bekijk bijvoorbeeld dit Teletekst-bericht van vandaag:
Ziet u daar nog iets staan over de foutenmarge?
Waarom is die foutenmarge zo belangrijk? Omdat ze al die veelbesproken “verschuivingen” er voor hetzelfde geld geen zijn. Ze vallen immers steevast binnen de margin of error.
Kijk even mee naar de peiling van december:
De blauwe balk geeft het resultaat weer van juni 2009 (de jongste regionale verkiezingen), de groene balk het hypothetische resultaat mochten er in december verkiezingen gehouden zijn. De rode balkjes tonen de foutenmarge, of de onbetrouwbaarheidsfactor zo u wil. Met andere woorden, trek gerust de horizontale lijntjes door naar links. Als het blauwe balkje tussen de twee lijntjes valt is het statistisch gezien waanzin om hier een conclusie aan vast te knopen.
Ook dit weekend was het weer van dat. Een nieuwe peiling, groot nieuws. Onterecht. Bekijk de grafiek en oordeel zelf:
Het enige nieuws is dat N-VA voor het eerst een peilbare groei doormaakt. Het verschil (+4,8%) is immers groter dan de foutenmarge (+-3,57%).
Mischaël Modrikamen kan zich tussen de processen door verheugen op 4,3% van de fictieve hypothetische stemmen voor zijn PersonenPartij. Of 0,73%. Of 7,87%. Een foutenmarge werkt immers zowel positief als negatief. Met een foutenmarge van 3,57% is er bijgevolg een whopping gat van 7,14%. Ruimschoots de kiesdrempel van 5% dus.
Liefste journalisten. Het vertrouwen van de mensen in de journalistiek is bijna even laag als dat in de politiek. (Enfin, dat blijkt uit – jawel – allerlei peilingen.) Misschien is het tijd om dit soort nonderzoeken3 een beetje kritischer te bekijken? Het zou mij in ieder geval meer vertrouwen kunnen geven in de pers.
Willen we dat afspreken?
Kleine update: Vandaag wordt de peiling ook in De Morgen herkauwd. Zonder vermelding van de foutenmarge, maar met spectaculaire verklaringen. Wat het helemaal grappig maakt is de laatste paragraaf:
Toeval dat de foutenmarge in Brussel 4,38% bedraagt?
Disclaimer: Ik ben geen statisticus, nog journalist. (Al heb ik in een ver verleden wel een tijdje journalistiek gestudeerd, maar dat is een ander verhaal.) Voor hetzelfde geld bevat mijn uitleg enkele grove fouten. Hou u niet in om uw aanvullingen te posten via onderstaand commentaarformulier.
1: Let er bij de volgende verkiezingsavond ook even op hoe partijen dit spelletje spelen. Ze kiezen het grootste verschil, en _spinnen_ dat in hun voordeel uit.
Een fictief voorbeeld:
Partij A: “Nu (regionale verkiezingen) halen we 12%, maar tegenover de vorige federale verkiezingen winnen we 2%.” (Terwijl partij X bij de vorige *regionale* verkiezingen, dus op hetzelfde niveau en met min of meer dezelfde personen 15% haalde.)
Partij B: “Nu (regionale verkiezingen) halen we 20%, maar tegenover de vorige regionale verkiezingen winnen we 5%.” (Terwijl partij X bij de vorige *federale* verkiezingen, dus minder lang geleden, 24% haalde.) ↩
2: Foutenmarge 20% – als zij dat mogen, ik ook. ↩
3: Als kers op de taart is er nog een extra pervers effect van dit soort artikels: De kiezer (die niet altijd gelijk heeft, verdorie.) beloont gewoonlijk twee categorieën van partijen: de underdogs en de gedoodverfde winnaars. Hij gedraagt zich hiermee als het eerste het beste kind dat erbij wil horen op het schoolplein. Zie ook:Self-fullfilling prophecy.↩
Leave a Reply